Home
Nieuws
Agenda
Applicatie
Advies

BTW-besluit voor levering en verhuur van onroerende zaken geactualiseerd

3 oktober 2013

BTW-besluit voor levering en verhuur van onroerende zaken geactualiseerd

 

De staatssecretaris van Financiën heeft onlangs het beleidsbesluit voor de BTW-heffing

bij de levering en verhuur van onroerende zaken geactualiseerd. Het nieuwe besluit bevat

onder meer de goedkeuring waardoor het tot 1 januari 2016 onder bepaalde voorwaarden

mogelijk is dat een aannemer zonder BTW-heffing grond levert (zie Notafax 2013, nr 256).

Hieronder gaan wij nog nader in op de visie van de staatssecretaris over de BTW-status

van een onroerende zaak bij sloop van een gebouw. Verder aandacht voor de veilingregeling.

 

Geen bouwterrein als handelingen van de verkoper zich beperken tot gedeeltelijke sloop

Voor de BTW-status van grond onderscheidt de staatssecretaris de volgende situaties:

 

1) De verkoper sloopt gedeeltelijk: een perceel grond waarop zich een gedeeltelijk gesloopt

gebouw bevindt, vormt voor de BTW-heffing in beginsel nog steeds bebouwde grond

(HvJ EU 12 juli 2012, FBN 2012, nr 64). Het gedeeltelijk slopen van een gebouw (op of in

de grond is nog een bouwkundige constructie aanwezig zoals muren en/of fundering)

leidt als zodanig niet tot het ontstaan van onbebouwde grond of een bouwterrein. Dit

geldt ook als de door of in opdracht van de leverancier in de toekomst, na de juridische

 

2) De verkoper sloopt volledig: door sloophandelingen kan een bouwterrein ontstaan als

het terrein op het tijdstip van de levering daadwerkelijk bestemd is om te worden bebouwd

(HvJ EU 17 januari 2013, FBN 2013, nr 11). De bestemming van bebouwing van de grond

moet blijken uit een globale beoordeling van de omstandigheden van een transactie, met

inbegrip van de intentie/wilsverklaring van partijen met betrekking tot de BTW-behandeling

van de transactie, mits deze wordt ondersteund door objectieve gegevens. De door de

verkoper aangegane sloopverplichting vormt een dergelijk gegeven, mits duidelijk is

dat de sloop heeft plaatsgevonden met het oog op de toekomstige bebouwing.

 

3) De verkoper sloopt volledig en realiseert ook een nieuw gebouw: als de leverancier zich

ten tijde van de juridische levering van het perceel naast de sloop ook heeft verplicht een

nieuw gebouw te realiseren, bestaat de prestatie uit de oplevering van een nieuw gebouw.

Goedkeuring voor het niet toepassen van de veilingregeling bij onroerende zaken uitgebreid

Op grond van de veilingregeling als bedoeld in artikel 3 lid 5 Wet OB worden goederen die

over de veiling worden verhandeld geacht eerst door de verkoper aan de veilinghouder te

zijn geleverd en vervolgens door de veilinghouder aan de koper. In het oude besluit was een

goedkeuring opgenomen waardoor de veilingregeling buiten toepassing bleef als een nietondernemer een ‘nieuwe’ onroerende zaak bij een veiling aanbracht. Thans is deze beperking vervallen en wordt goedgekeurd dat de veilingregeling bij onroerende zaken niet geldt, mits:

 

1) de leverancier, de koper en de veilinghouder het niet toepassen van de veilingregeling

volgen en de daarbij behorende BTW-gevolgen accepteren;

2) de veilinghouder de omzetbelasting voldoet over het veilinghonorarium, en

3) degene die de onroerende zaak via de veiling verkrijgt als ‘directe’ afnemer geldt bij

de toepassing van de BTW-verleggingsregeling bij executoriale leveringen.

 

Ministerie van Financiën 19 september 2013, nr BLKB2013/1686M (Stcrt 2013, nr 26851)


Vorige
Winkelwagen
0 artikelen | € 0,00
»
Inloggen
»